Mark van der Eng is een pionier in de Nederlandse skateboardgeschiedenis. Sinds ’78 staat hij op zijn skateboard en leerde hij skateboarden met jeugdvrienden op schoolpleintjes in zijn dorp. Jaren later wist hij het zo ver te schoppen tot de eerste pro skateboarder in Nederland. Na een heftige blessure en zeer recente periode waarin kanker de hoofdrol speelde staat hij nu toch weer op zijn board. We kijken terug naar een tijd waar vele jonge skaters van dromen.
Naam op paspoort: Mark van der Eng
Geboorteplaats: Uitgeest
Woonplaats: Amsterdam
Geboortedatum: 21 februari, 1965
Sponsors: Ben-G
Mark, hoe ben je 35 jaar geleden in aanraking gekomen met skateboarden?
Iedereen skatete vroeger in ons dorp. We hadden een supermarkt die van die kleine boardjes verkocht. Zelf was ik er in het begin heel sceptisch over. Ik had zoiets van: ‘Ja, dan zet je af en dan rol je twee meter.. EN DAN?!’ Ik zag skateboarden meer iets voor kinderen. Maar ik had een jeugdvriend en die deed het ook. Jan Nanne heette hij. Toen ik hem een paar 360’s zag draaien was ik verkocht.
Ik deed toen toch mee, en ik had al snel door dat skateboarden ook een sociaal ding was. Alle jongens kwamen bij elkaar op het schoolplein. Ze zetten een plaat hout neer tegen een hek waar ze tegenaan gingen rijden. Dat was leuk, en er kwamen meisjes kijken. Toen had ik wel iets van, oké.. Ik kocht er een omdat ik het er wel interessant uit vond zien.
De rage duurde twee jaar en toen was het helemaal over. In mijn dorp waren toen nog maar drie skateboarders. We hadden een quarterpipe, maar op een gegeven moment werden we van alle schoolpleinen afgetrapt. Dus zetten we het ding steeds op twee skateboards en gingen we in het dorp opzoek naar een nieuwe plek.
Hoe leerde jullie tricks in die tijd? Hadden jullie inspiratiebronnen?
Ik leerde het in Leiden. Daar zag ik andere mensen skaten. Er waren een paar Amsterdammers naar Amerika geweest, die wisten wel hoe handplants moesten. Daar keken we het een beetje van af. Het leuke was dat je vroeger nog geen video’s had. In die tijd had je Skateboard Magazine en de Thrasher. Daar stonden alleen foto’s in, dus het was altijd gissen wat ze deden. Jaren later kwamen de video’s. Toen pas dachten we echt van: ‘Oh, dus zo doet hij dat‘.
Wat was vroeger jouw favoriete skatespot?
Vaak gingen we naar Leiden, naar de Ton Menkenhal. Daar hadden ze een soort van lichtblauwe glasfiber banen. In Texas, in de VS had je The Clown Ramp. Die van ons noemden we ‘de Flipperkast’. Het was een soort van halfpipe met een tussenstuk. Vroeger had je nog geen miniramp. Je noemde toen een halfpipe met een tussenstuk ‘Hollywood’. Maar goed, in onze ‘Flipperkast’ zaten allemaal drukknoppen in verschillende kleuren. Als je er overheen reed kreeg je punten. Hoe hoger je kwam, des te meer punten je kreeg. Zo kwam ‘de Flipperkast’ aan haar naam. Je kon er wel echt toffe dingen mee. Ook stond er een fullpipe in die tijd, en een soort van bowl geval. Een heel raar ding was het, maar wel leuk!